Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Een toekomstbestendige financiële positie

Een sterke en evenwichtige financiële positie waarborgt de continuïteit van onderwijs en onderzoek.

Algemeen

De Radboud Universiteit heeft bewust negatief begroot om extra medewerkers aan te kunnen trekken om de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te borgen, de werkdruk te verlagen en om additioneel te investeren in ICT en informatieveiligheid. Gedurende het jaar 2021 heeft de universiteit extra (NPO) middelen gekregen, die niet waren opgenomen in de begroting 2021. Mede door de extra verkregen, niet door de universiteit begrote, middelen, is het jaar afgesloten met een beperkter negatief resultaat van € 5,3 miljoen. Medio 2021 zijn plannen gemaakt om de NPO middelen zo goed mogelijk te besteden. Speerpunten hierbij zijn geweest het voorkomen en beperken van vertragingen in de studievoortgang van studenten, het welzijn van studenten en medewerkers, het verlagen van de werkdruk van medewerkers en meer balans tussen onderwijs en onderzoek. Dit heeft geresulteerd in het aantrekken van meer medewerkers dan begroot, echter onder andere door krapte op de arbeidsmarkt minder dan met de extra middelen mogelijk zou zijn geweest. Er zijn mede hierdoor geen significante wijzigingen in de studievoortgang van studenten, ondanks de Corona pandemie, geweest.

Kerncijfers

Financieel beeld 2021

Het over 2021 gerealiseerde resultaat bedraagt € 5,3 miljoen negatief, terwijl er een negatief resultaat van € 11,6 miljoen begroot was. Een positief verschil van € 6,3 miljoen. Grofweg is dit verschil in een drietal delen te splitsen.

Het betreft enerzijds meevallers met een omvang van € 11,5 miljoen in verband met de niet bestede sectorplanmiddelen bèta en techniek, niet ingezette (normatieve) NPO middelen en onderbestedingen bij faculteiten. Anderzijds staat daar een lager resultaat van € 2,7 miljoen tegenover als gevolg van de coronacrisis door meer lasten voor inhuur, lasten van huur van de Stadsschouwburg Nijmegen en concertgebouw de Vereeniging (in verband met Corona huur van grotere collegezalen buiten de campus) en een lager resultaat bij Catering en Sport. Verder zijn er niet begrote lasten van € 2,9 miljoen inzake additionele ondersteuning toponderzoek en digitaal toetsen. Per saldo verklaart dit grotendeels het positieve verschil van € 6,3 miljoen tussen het gerealiseerde resultaat en het begrote resultaat over 2021.

De liquiditeit neemt, ondanks een begrote afname, met € 18,0 miljoen toe ten opzichte van 2020. Dit is grotendeels te verklaren door een betere cash flow (de som van resultaat en afschrijvingen), minder investeringen dan begroot en een grotere positieve ontwikkeling van het werkkapitaal dan voorzien in de begroting.

Het vermogen neemt door het negatieve resultaat over 2021 af met € 5,3 miljoen.

Coronacrisis en continuïteit

De universiteit heeft beoordeeld of de ontwikkelingen in de coronacrisis na balansdatum gevolgen hebben voor de continuïteitsveronderstelling, met als constatering dat er sprake is van een onzekerheid, waarvan de omvang nog niet is in te schatten. Tegelijkertijd versoepelen de overheidsmaatregelen vanaf eind februari 2022. Gezien de verwachte ontwikkelingen in de liquiditeitspositie en de lumpsum overheidsbijdragen is er geen sprake van materiële onzekerheid omtrent de continuïteit van de universiteit als geheel. Zoals ook in 2021 het geval is geweest komen de negatieve coronaeffecten in 2022 met name tot uiting bij bij Radboud Services, waar de omzet van de restauratieve voorzieningen en sport faciliteiten deels is weggevallen. Bij de faculteiten is daarentegen in de eerste maanden van 2022 sprake van lagere materiële lasten (onder andere minder reis- en verblijfkosten). De personele lasten zijn hoger dan begroot, maar lager dan mogelijk zou zijn geweest met de extra verkregen middelen. Dit wordt veroorzaakt door het niet of pas later invullen van vacatures zowel als gevolg van een relatief moeilijke arbeidsmarkt als ook door de Coronacrisis.