Exploitatieresultaat 2021
Winst- en verliesrekening 2021 inclusief begroting 2021, en resultaat 2020[1]
bedragen x € 1000,- | |||
---|---|---|---|
Baten | Realisatie 2021 | Begroting 2021 | Realisatie 2020 |
Rijksbijdragen (excl. werkplaatsfunctie) | 379.167 | 349.394 | 338.120 |
Overige overheidsbijdragen en -subsidies | 1.836 | 0 | 0 |
College-, cursus-, les- en examengelden | 40.370 | 47.133 | 45.077 |
Baten werk i.o.v. derden | 217.175 | 221.157 | 191.303 |
Overige baten derden | 40.337 | 43.594 | 40.276 |
Totaal baten | 678.885 | 661.278 | 614.776 |
Lasten | |||
Personele lasten | 503.913 | 493.857 | 464.787 |
Afschrijvingen | 34.343 | 34.726 | 31.414 |
Huisvestingslasten | 33.217 | 30.245 | 28.794 |
Overige lasten | 112.445 | 114.044 | 90.747 |
Totaal lasten | 683.918 | 672.872 | 615.743 |
Saldo baten en lasten | -5.033 | -11.594 | -967 |
Financiële baten en lasten | -175 | -10 | -112 |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 |
Resultaat deelnemingen | -71 | 0 | -143 |
Exploitatieresultaat | -5.279 | -11.604 | -1.222 |
- 1 In de jaarrekening is per post een nadere toelichting opgenomen.
Tabel met genormaliseerd resultaat 2021 en 2020
in € x miljoen | 2021 | 2020 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Exploitatieresultaat gerealiseerd | -5,3 | -1,2 | ||||
Tijdelijke en eenmalige posten | ||||||
- niet bestede sectorplanmiddelen | -2,9 | -3,0 | ||||
- doorontwikkeling Radboud Services | 1,8 | 0,0 | ||||
- structurele NPO middelen | -5,0 | 0,0 | ||||
- additionele ondersteuning top onderzoek | 1,9 | 0,0 | ||||
- dotaties voorziening huisvesting | 2,0 | -0,3 | ||||
- digitaal toetsen | 1,0 | 0,0 | ||||
- niet geactiveerde kleine werken | 2,8 | 1,8 | ||||
- overig | -0,1 | 0,0 | ||||
1,5 | -1,5 | |||||
Corona effecten | ||||||
- Radboud Services ( catering en sport) | 4,7 | 3,1 | ||||
- overige eenheden (onderbesteding materiele lasten) | -2,1 | -4,5 | ||||
- onderbesteding reis en verblijfkosten | -1,6 | -4,3 | ||||
- hogere kosten inhuur | 1,8 | 0,4 | ||||
- dotatie voorziening projectverliezen | 0 | 1,5 | ||||
- toename verlofverplichting | 0 | 2,1 | ||||
- huurderving en lagere opbrengsten | 0 | 1,4 | ||||
- overig | 0 | 1,2 | ||||
2,8 | 0,9 | |||||
Genormaliseerd exploitatieresultaat | -1,0 | -1,8 |
Toelichting belangrijkste ontwikkelingen resultaat 2021 ten opzichte van het resultaat 2020
De belangrijkste reden voor de daling van het resultaat van 2020 (€ 1,2 miljoen negatief) naar 2021 (€ 5,3 miljoen negatief) ligt in de bewuste keuze van de stijging van de lasten met € 68,2 miljoen, die groter is dan stijging van de baten (€ 64,1 miljoen).
De Rijksbijdrage stijgt met € 41,0 miljoen door loon- en prijsbijstellingen en vooral de NPO middelen (€ 25,5 miljoen). De overige overheidsbijdragen stijgen met € 1,8 miljoen door de van NWO ontvangen baten inzake verlenging arbeidscontracten als gevolg van Covid19. De baten collegegeld dalen met € 4,7 miljoen door een tijdelijke verlaging van het collegegeld als een tegemoetkoming aan de studenten. Het Ministerie compenseert deze verlaging overigens in de Rijksbijdrage. De baten ‘werk i.o.v. derden’ stijgen met € 25,9 miljoen door een inhaaleffect ten opzichte van 2020. De ‘overige baten derden’ zijn vrijwel gelijk aan 2020.
De personele lasten stijgen met € 39,1 miljoen, met name door een hogere bezetting (per 31 december 2021 283 fte meer dan in 2020), stijging van de verlofverplichting en een cao-verhoging. De afschrijvingen stijgen met € 2,9 miljoen doordat het nieuwe Maria Montessorigebouw van de faculteit der Sociale Wetenschappen per 1 januari 2021 in gebruik is genomen. De huisvestingslasten zijn in 2021 per saldo met € 4,4 miljoen gestegen ten opzichte van 2020. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een hogere dotatie aan de voorziening huisvesting overig van € 1,7 miljoen en aan de voorziening sloopkosten/asbestsanering van € 1,0 miljoen. Tevens zijn de lasten van energie en water € 1,0 miljoen hoger. Oorzaak hiervan zijn de hogere gas - en electra prijzen en meer volume gas (+ 8 %), door meer koudere dagen en hogere energiebelasting.
De overige lasten zijn met € 21,7 miljoen toegenomen. De stijging doet zich vooral voor bij:
-
Verbruik grond- en hulpstoffen (€ 6,4 miljoen) door meer O&O projecten, voornamelijk door een inhaalslag ten opzichte van 2020.
-
Uitbestede diensten derden (€ 11,0 miljoen). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door meer ICT projecten (€ 3,1 miljoen) en de modelmatige toerekening van meer lasten bij de medische faculteit (€ 6,4 miljoen).
Daar staan lagere lasten als gevolg van een daling van de dotatie aan de overige voorzieningen van € 2,0 miljoen tegenover. De rentelasten zijn € 0,1 miljoen hoger dan in 2020 omdat de banken meer en sneller ‘negatieve rente’ in rekening brengen. De universiteit onderneemt actie om de voordelen van schatkist bankieren verder te optimaliseren.
Toelichting belangrijkste ontwikkelingen resultaat 2021 ten opzichte van de begroting 2021
Algemeen
Aan kwaliteitsafspraken is in 2021 meer uitgegeven dan begroot. Voor een deel is de overschrijding te wijten aan ict in het onderwijs en voor een deel aan intensiever en kleinschaliger onderwijs.
Voor een nadere toelichting zie hoofdstuk 2 van “onderwijs waar we een verschil mee maken”.
Specifiek
De belangrijkste reden voor het minder negatieve resultaat van 2021 (€ 5,3 miljoen negatief) ten opzichte van de begroting 2021 (€ 11,6 miljoen negatief) ligt in de stijging van de baten met € 17,6 miljoen, met name als gevolg van de aanvullend toegekende NPO middelen. Deze middelen konden echter niet geheel ingezet worden, doordat vacatures deels nog niet of pas later ingevuld werden. De overschrijding van de begroting van de personeelslasten bedraagt € 10,1 miljoen.
De Rijksbijdrage stijgt met € 29,8 miljoen door loon- en prijsbijstellingen en vooral de NPO middelen (€ 25,5 miljoen). De overige overheidsbijdragen stijgen met € 1,8 miljoen door de van NWO ontvangen baten inzake verlenging arbeidscontracten als gevolg van Covid19. De baten collegegeld dalen met € 6,8 miljoen door een verlaging van de collegegelden, die het Ministerie in de Rijksbijdrage compenseert. De baten ‘werk i.o.v. derden’ dalen enigszins met € 4,0 miljoen naar € 217,2 miljoen. De ‘overige baten derden’ zijn € 3,3 miljoen lager dan de begroting 2021.
De personele lasten stijgen met € 10,1 miljoen, met name door een hogere bezetting (gemiddeld aantal fte was 5.745 over 2021, begroot was gemiddeld 5.619 fte). De afschrijvingen blijven ongeveer gelijk aan de begroting. Het nieuwe Maria Montessorigebouw is in lijn met de begroting begin januari 2021 in gebruik genomen. De huisvestingslasten zijn € 3,0 miljoen hoger door hogere dotaties aan de voorzieningen ( € 2,3 miljoen) en hogere lasten energie. De overige lasten dalen licht (€ 1,6 miljoen), mede als gevolg van minder werk O&O in opdracht van derden.