Kengetallen
Signaleringswaarden OCW
realisatie 2020 | realisatie 2021 | Begroting 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | Raming 2026 | signaleringswaarde | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Solvabiliteit* | 0,62 | 0,59 | 0,59 | 0,55 | 0,50 | 0,49 | 0,50 | > 0,30 | |||
Liquiditeit** | 0,47 | 0,53 | 0,31 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | > 0,75 | |||
Huisvestingsratio*** | 0,09 | 0,09 | 0,08 | 0,08 | 0,08 | 0,08 | 0,09 | < 0,15 | |||
Weerstandsvermogen**** | 0,40 | 0,36 | 0,33 | 0,31 | 0,29 | 0,28 | 0,28 | > 0,05 | |||
Rentabiliteit***** | 0,00 | -0,01 | -0,03 | -0,02 | -0,01 | -0,01 | 0,00 | > -0,10 | 1-jarig | ||
> -0,05 | 2jarig | ||||||||||
> 0 | 3jarig | ||||||||||
* (eigen vermogen + voorzieningen) / totaal passiva | |||||||||||
** vlottende activa / kortlopende schulden | |||||||||||
*** ratio conform MIP | |||||||||||
**** eigen vermogen / totale baten | |||||||||||
***** exploitatieresultaat / totale baten |
Toelichting signaalwaarden
Met uitzondering van de liquiditeitsratio en de rentabiliteitsratio wordt meerjarig aan alle door de Inspectie van het onderwijs gestelde signaleringswaarden voldaan.
De Inspectie heeft de signaleringswaarde voor de liquiditeit verhoogd van 0,50 naar 0,75. Aan deze signaleringswaarde wordt op balansdatum niet voldaan, maar niettemin is er geen sprake van een liquiditeitstekort. Het bestaande beleid dat de Radboud Universiteit hanteert op financieel gebied is aantoonbaar passend, consistent en betrouwbaar. In de begroting is uitgegaan van een bedrag aan liquide middelen van minimaal € 20 miljoen. Het betaalschema van de overheid volgt qua omvang het uitgavenpatroon. Tevens is ruime voorfinanciering op onderzoeksprojecten (ultimo 2021 € 69,3 miljoen) een reguliere financieringsbron, die bijdraagt aan de liquiditeit. De Radboud Universiteit kiest er dan ook voor het huidige beleid te continueren en gaat uit van de oude signaleringsgrens van 0,50. Daarmee ziet de Radboud Universiteit af van maatregelen om de ratio op een niveau richting de nieuwe signaleringsgrens van 0,75 te brengen, zoals verhogen van het resultaat of aantrekken van extra bancaire financiering. Deze keuze is onder meer gemaakt omdat dergelijke maatregelen ten koste gaan van beschikbare gelden voor het primair proces. Daarnaast is een hoger eigen vermogen zowel bedrijfseconomisch als maatschappelijk niet wenselijk en niet in lijn met het beleid van OCW ten aanzien van de vermogensontwikkeling bij universiteiten. Indien het campusplan tot uitvoering komt, moet vanaf 2023 rekening gehouden worden met het aantrekken van langlopende financiering. De voorbereiding hiervoor is ter hand genomen.
De onderwijsinspectie heeft de reden voor de verhoging van de liquiditeitsratio inhoudelijk niet toegelicht. In Universiteiten van Nederland (UNL) verband is, op grond van dezelfde inhoudelijke argumentatie die de Radboud Universiteit hanteert, aan de inspectie voorgelegd om te komen tot een categorie zeer groot waaronder alle UNL universiteiten vallen waarbij de liquiditeitsratio weer teruggebracht wordt op 0,5. De Inspectie heeft deze suggestie in overweging.
In lijn met de wens van OCW laat de universiteit tijdelijk een negatieve begroting zien, waardoor niet aan de signaalwaarde inzake rentabiliteit wordt voldaan.
Ten aanzien van de solvabiliteit heeft de Onderwijsinspectie tevens een signaleringswaarde bepaald voor de maximale omvang van het ‘publieke’ eigen vermogen. Deze geeft een indicatie over hoeveel eigen vermogen de universiteit redelijkerwijs maximaal nodig heeft voor een gezonde bedrijfsvoering. De berekening is als volgt: de aanschafwaarde van de gebouwen (maal 0,5 maal 1,27) plus een risicobuffer van 5 procent van de totale baten minus 75 procent van de voorzieningen.
Voor de Radboud Universiteit leidt dit – op basis van de cijfers ultimo 2021 – tot een maximaal toegestaan (publiek) eigen vermogen van € 503 miljoen. De feitelijke omvang van dit vermogen bedroeg ultimo 2021 € 228 miljoen, wat ruimschoots binnen de norm ligt. Voor de gehele periode 2020 tot en met 2026 voldoet de universiteit ook aan de signaleringswaarde:
bedragen x € 1.000 | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | Raming 2026 | |
Publiek Eigen vermogen | 234.607 | 227.422 | 214.845 | 213.676 | 197.443 | 187.267 | 183.440 | 183.772 |
Normatief eigen vermogen | ||||||||
Aanschafwaarde gebouwen *0,5*1,27 | 431.389 | 441.592 | 451.100 | 468.245 | 493.010 | 519.362 | 539.746 | 550.541 |
5 % van de baten | 30.739 | 33.944 | 33.064 | 34.584 | 34.494 | 34.992 | 35.623 | 36.021 |
Boekwaarde overige materiele activa | 26.501 | 28.207 | 32.156 | 23.158 | 19.314 | 15.135 | 11.443 | 7.341 |
488.629 | 503.743 | 516.320 | 525.987 | 546.818 | 569.489 | 586.812 | 593.903 |
De liquiditeit ligt vanaf 2022 onder de signaleringswaarde van 0,75. Dit komt doordat de universiteit al een aantal jaren stuurt op de verlaging van het saldo aan liquide middelen door de investeringen in gebouwen zoveel mogelijk met eigen geld te financieren. Financiering met kort vreemd vermogen wordt in 2022 voorbereid, zodat altijd aan de betalingsverplichtingen voldaan kan worden. Indien het campusplan tot uitvoering komt, moet vanaf 2023 rekening gehouden worden met het aantrekken van langlopende financiering. De voorbereiding hiervoor is ter hand genomen.