Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud
Faculteit Managementwetenschappen

Faculteit Managementwetenschappen

Tom Elfring, decaan

'In Nijmegen is impact hebben, het verschil maken, belangrijk'

“Gelukkig willen mensen graag bij ons werken”, stelt Tom Elfring, decaan aan de Faculteit Managementwetenschappen, tevreden vast. “Sinds ik twee jaar geleden begon als decaan hebben we vanwege de groeiende studentenaantallen zeker 150 mensen aangenomen.”

De faculteit wordt ook aantrekkelijk gevonden in het buitenland: “Van de staf komt zeker 30% procent uit het buitenland, bij studenten is dat percentage 10 tot 15%. We hebben een cursus ‘onboarding’, zodat alle nieuwe mensen weten hoe het hier werkt. Dat ging in het verleden min of meer automatisch, maar de groei is nu zo groot dat we van een informele naar een wat formelere organisatie moeten gaan. We zijn druk bezig om de processen en de besluitvorming te verduidelijken. Dat kost tijd en energie, want die structuren waren er niet. In de komende periode gaat de werving nog door. Gelukkig betekent dit dat de hoge werkdruk voor docenten en professionals aan het afnemen is.”

Onderwijs

De groei van opleidingen bedrijfskunde en economie is overigens een landelijk verschijnsel, maar Elfring ziet wel redenen waarom studenten specifiek voor Nijmegen kiezen. “Onze faculteit is bijzonder, in die zin dat we anders zijn dan andere opleidingen bedrijfskunde of economie met verschillende disciplines. Wij hebben ook disciplines als politicologie, bestuurskunde, geografie en planning en milieustudies, met bachelor- en masteropleidingen in die disciplines. Dat biedt studenten mogelijkheden om interdisciplinaire keuzevakken te volgen op gebieden van bijvoorbeeld de circulaire economie, duurzaamheid en conflictstudies. De faculteit heeft naast uitstekende ‘klassieke’ masterspecialisaties ook interessante interdisciplinaire masterspecialisaties op het gebied van bijvoorbeeld klimaatverandering en migratie. Juist dat andere profiel trekt studenten aan. We hebben nu ook een nieuwe interfacultaire master waarin we mensen opleiden om het MKB te begeleiden in de transitie naar duurzaamheid. Daar bestaat behoefte aan. NWI kijkt daarnaar op technologisch gebied, wij vanuit bestuurlijk oogpunt.”

De kwaliteit van de opleidingen zal eveneens meespelen bij een keuze voor Nijmegen. “Een paar van onze opleidingen zijn benoemd tot beste van Nederland in de Keuzegids 2022, en in de enquête van Elsevier hebben opleidingen van de onze faculteit bronzen medailles gewonnen.”

'We hadden meer dan 400 promovendi te gast uit 65 verschillende landen; dat was wel een hoogtepunt'

Hoogtepunt

De internationalisering van de faculteit kreeg deze zomer een fraaie boost, zegt Elfring. “We hebben toen een summerschool georganiseerd voor promovendi: twee weken lang een rijk aanbod aan cursussen op het gebied van sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethoden en technieken. We hadden meer dan 400 promovendi te gast uit 65 verschillende landen; dat was wel een hoogtepunt. We deden dat in samenwerking met MethodsNET. Zij zochten een fysieke locatie om de cursussen te organiseren, én mensen die een deel van de cursussen konden geven. Dat zij ons daarvoor hebben uitgekozen wil zeggen dat we toch echt op wereldniveau opereren. Het is één ding om de intellectuele infrastructuur te hebben, maar ook de fysieke infrastructuur moet op orde zijn. Je hebt toch 420 promovendi op je campus die je moet huisvesten.”

Terug na de lockdowns

Tijdens de laatste lockdown was dat evenement niet mogelijk geweest. Elfring herinnert zich hoe lastig het was om het universiteitsleven weer op gang te brengen. “Toen de lockdown afgelopen kalenderjaar verviel, was het teleurstellend hoe weinig studenten er terugkwamen. Ze hadden duidelijk aangegeven dat ze fysiek onderwijs misten, maar ondertussen hadden ze natuurlijk wel een ander leven opgebouwd. Die verhalen hoorden we ook van andere faculteiten. Wij hadden bedacht dat studenten massaal terug zouden komen, maar dat gebeurde niet.

Ons uitgangspunt is dat studenten voor onderwijs naar de campus komen. In onze onderwijsvisie is interactie tussen studenten onderling en tussen studenten en docenten essentieel voor het leerproces. Dus dit academisch jaar hebben we heel duidelijk gemaakt dat studenten echt geacht worden te komen. Nu keren ze wel en masse terug naar ons Elinor Ostromgebouw, ook wel het EOS-gebouw genoemd. Wij snappen dat het opnemen van colleges ook heel handig kan zijn, maar daar zijn we terughoudend in, juist om thuiszitten te voorkomen. We hebben actief ingegrepen en uitgelegd waarom we het belangrijk vinden dat ze naar de campus komen.”

'In onze onderwijsvisie is interactie tussen studenten en docenten belangrijk voor het leerproces'

Om de terugkeer van studenten te stimuleren vinden er ook meer activiteiten op de campus plaats, zoals ‘broodje EOS’ en ‘ijsje EOS’. Inmiddels hebben de studieverenigingen meer leden dan eerst, zegt Elfring. “Daarnaast hebben we gekeken of we ons gebouw aantrekkelijker konden maken om er langer te verblijven, via lounges en extra studieplekken. Van de verenigingen zijn er altijd wel bestuursleden in ons EOS-gebouw aanwezig, zodat studenten kunnen binnenlopen met vragen of voor een kop koffie. Zo proberen we niet alleen het volgen van vakken, maar ook alles eromheen te faciliteren. Dat past ook in het campusbeleid: het moet er goed toeven zijn.”

En die aanpak heeft succes. “Er zit een wereld van verschil tussen mei en september van het afgelopen jaar. Studenten geven zelf ook aan dat ze in gesprekken met medestudenten nieuwe inzichten opdoen. We zien wel verschil tussen jaargangen, ook in het opgedane studiegedrag.”

De medewerkers zijn ook blij dat er weer fysieke bijeenkomsten mogelijk zijn, geeft Elfring aan. “Daarnaast vinden mensen het ook wel prettig om met enige regelmaat thuis te werken. Dat is wel begrijpelijk, zeker als je in alle rust wilt schrijven. De discussie over beleid ten aanzien van hybride werken is momenteel gaande. We willen graag dat onze medewerkers er fysiek weer zijn; dat is belangrijk voor de gemeenschapsvorming.”

Onderzoeksprojecten

Het onderzoek op de faculteit is het afgelopen jaar gewoon doorgegaan, zegt Elfring. “We hebben een behoorlijk groot aantal extern gefinancierde projecten gedaan. Het aantal promovendi is gegroeid: daar hebben we een inhaalslag in gemaakt. Ook hebben we een paar prestigieuze grants binnengehaald.”

'Wij zijn een andere managementschool, met een ander profiel. Juist daar trekken we studenten en medewerkers mee aan'

Impact en zichtbaarheid

Maar ook naar buiten toe is de faculteit beter zichtbaar geweest. “Het afgelopen jaar hebben we een internationale adviesraad opgericht van 15 personen uit het bedrijfsleven, de overheid en NGO’s in binnen- en buitenland. Die raad adviseert ons over bijvoorbeeld de nieuwe strategie. In het kader van internationale accreditaties heb ik een congres in Amerika bezocht, en een groep alumni ontmoet in New York en Washington om te vragen waarom ze destijds voor Nijmegen kozen. Ze gaven aan dat onze opleidingen goed voorbereiden op een internationale functie. Een van hen, een bankdirecteur, gaf zelfs aan liever een alumnus van het Radboud te hebben dan van een van de top business-scholen in Amerika. Waarom? Wij leiden kritisch denkende personen op. Dat vond ik wel een eyeopener, en iets om uit te dragen: je hoeft voor je master niet naar Amsterdam of naar Harvard om een goede baan in Amerika te krijgen.”

De kritische denkers uit Nijmegen zijn ook zichtbaar in het publieke debat, weet Elfring. “We leveren daar graag een bijdrage aan, bijvoorbeeld als het gaat over duurzame democratie. Het feit dat we een andere managementfaculteit hebben speelt daar een rol bij. We leiden kritische academische professionals op die ook kennis meekrijgen over gebieden als democratie, sustainability en circulaire economie. Samen met FNWI zitten we in het Radboud Centre for Sustainable Challenges.”

Die gedrevenheid om deel te nemen aan het maatschappelijk debat past wel bij de missie van de faculteit, vindt Elfring. “We zijn geen traditionele managementschool. Onze missie is: ‘responsible governance for sustainable societies’. We maken ons bijvoorbeeld sterk voor een humane werkomgeving. En we kijken naar digitalisering: die mag veel kansen bieden maar heeft ook een ‘dark side’, omdat die bijvoorbeeld kan leiden tot ongelijkheid. Daarover hebben we discussies met andere, meer traditionele managementfaculteiten.”

Die houding leidt tot een andere invulling van onderzoek en onderwijs. “In plaats van een focus op aandeelhouderswaarde willen wij juist benadrukken dat er meer stakeholders zijn en dat we een divers aanbod hebben van disciplinaire en interdisciplinaire opleidingen. Wij zijn een andere managementschool, met een ander profiel. Juist daar trekken we studenten en medewerkers mee aan.

We blijven eraan werken om handen en voeten te geven aan ons profiel: kritisch en interdisciplinair. In Nijmegen is impact hebben, het verschil maken, belangrijk. We leiden studenten op om een zichtbare bijdrage te leveren aan de samenleving.”